Dit artikel daagt de gangbare interpretatie van de faustische geest uit en biedt een grondigere duiding ervan.
Wat is de faustische geest?
De faustische geest is een duiding die Oswald Spengler gebruikt om de Europese (doorlopend in de westerse) beschaving te karakteriseren. De term ‘faustisch’ is terug te voeren op de middeleeuwse Faust-legende, gebaseerd op het verhaal van Dr. Faust.
Oswald Spengler voert de faustische geest op als een voortdurend pionierende, explorerende, doorbrekende, en veroverende geest. Het is een rusteloze geest die innerlijk gedreven wordt om naar het oneindige te reiken. Het is een geest die denkt in ruimtelijkheid en de afwezigheid dan wel ongeldigheid van datgene wat hem belemmerd in zijn leven en werken. Ook zijn eigen werken en creaties zal hij uiteindelijk willen doorbreken. omdat deze hem ook kunnen beperken door hem te vangen in een selffulfilling prophecy en gewoonte.
Deze geest ziet men terug in de kathedraalbouw met zijn naar de hemel reikende bogen. Maar ook in de ontwikkeling van de rijkdom van de polyfone muziek, de ruimtelijkheid van de perspectivische schilderkunst, en in de oneindigheden van de Europese wiskunde. Dit zijn allemaal creaties die uit de Westerse Kulturseele voortvloeien en doordrenkt zijn van die faustische geest.
De Faust-legende
De Faust-legende zelf begint met het leven van Dr. Johann Georg Faust (1480 – 1541). In zijn leven verdiepte hij zich in scheikunde, astrologie en medische wetenschap, maar ook in alchemie en magie. Tijdens zijn leven vestigde hij al een duistere reputatie. Hij stierf aan een van zijn alchemistische experimenten. De duiding van zwarte kunst en duivelse praktijken die de kop op stak en na zijn dood nog scherper werd, is een weerspiegeling van de tijd waarin hij leefde. Hij werd ervan verdacht een pact met de duivel te hebben gesloten.
Het is ook de tijd van strijd tussen de katholieken en protestanten. Martin Luther is een tijdgenoot van Dr Faust. De duiding van de Faust-legende is na diens dood geheel binnen de christelijke context gebleven. Dit heeft een bepaalde logica, Faust heeft immers in een christelijke samenleving geleefd, te midden van christelijke instituten. De latere literaire werken van zowel Christopher Marlowe als Johann Wolfgang von Goethe over Dr. Faust worden binnen deze christelijke context geschreven.
Wanneer later Oswald Spengler de Faust-legende gebruikt om de geest te beschrijven die de Westerse beschaving en de Europese Kulturseele kenmerkt, dan neemt hij deze legende met de christelijke context mee.
Doorbreking van de gangbare duiding
Dat Dr Faust in een christelijke samenleving heeft geleefd zal niemand ontkennen. Dit staat vast. Maar wat wél fout is, dat is de automatische aanname dat dit de enige duiding is om de faustische geest te begrijpen. Feitelijk is Dr Faust slechts één voorbeeld van een lange traditie van mensen die de faustische geest in zich dragen. En hij is zeker niet de eerste. In zijn boek Revolt Against the Modern World beschrijft Julius Evola de geest die onze pre-christelijke voorouders al kenden als volgt:
“Moreover, the rigorous climate, barren soil, and need for hunting as well as the need to migrate across unknown seas and continents naturally shaped those who innerly retained this spiritual experience of the sun, bright sky, and fire into warriors, conquerors, and navigators, and thus furthered that synthesis of virility and spirituality, the characteristic traces of which were retained in the Indo-European races.”
De faustische geest is dus geen eigenschap van de westerse beschaving zoals wij die kennen, maar een eigenschap die in de Europese volkeren zelf huist. Het is de aard van de Europese mens
Een voorbeeld van de faustische geest in de pre-christelijke beschaving is de Germaanse spiritualiteit. Hierin knielde men bijvoorbeeld niet voor goden, maar men toonde respect en eerde hen door de goden na te streven, door te worden zoals de goden zijn. Hierin zit een oneindige, opwaartse drang waarin men zichzelf voortdurend uitdaagt om hoger en verder te reiken.
Wodan zelf is ook een god die zijn grenzen voortdurend verlegd. Hij offert een oog op om uit de bron van Mimir te drinken en zo zijn wijsheid te vergroten. Hij hangt zichzelf ondersteboven op in de levensboom. Daar hangt hij negen nachten en negen dagen zonder eten en drinken, gewond door een speer. Dit doet hij om de wijsheid der runen te bemachtigen. Een rode draad hierin is het idee van de dood van de oude ik en de geboorte van de nieuwe ik. De Germaanse spiritualiteit, en ook die van andere Indo-Europese volkeren, ging er van uit dat het goed was om dit voorbeeld te volgen en dit zelf te verwezenlijken.
In latere christelijke tijden werd deze drang onderdrukt en als zondig beschouwd. Men moest afstand houden van god. Het gevolg was dat de faustische geest zich anders ging uiten. Men bouwde de kathedralen tot in de hemel om zo de afstand naar het goddelijke te overbruggen. Men schiep de perspectivische schilderkunst om de oneindigheid te kunnen vangen in een beeld.
Insluiting van de faustische geest
Middeleeuws Europa was nog in sterke mate doordrenkt van de pre-christelijke spiritualiteit en levensbeschouwing. Zelfs een instituut als de Orde der Tempeliers, waarin de eenheid van spiritualiteit en martialiteit hoog in het vaandel werd gedragen, is grotendeels nog terug te voeren op de heidense Männerbunde. De heiligenverering en veel feestdagen zijn eveneens in grote mate terug te voeren op pre-christelijke tijden. Maar met het vorderen van de eeuwen heeft het christendom zijn eigen abrahamitische dogma’s steeds meer doen gelden en heeft men eerst martiale principes verlaten en later werd zelfs het spirituele uitgekleed totdat het enkel nog een religieus dogma was.
De beperking tot een materiële en materialistische opvatting van mens, wereld en leven is een onophoudelijk proces dat nu al zo’n duizend jaar gaande is. Ook de faustische geest heeft hiervan de gevolgen ondervonden. Het kon zich in toenemende mate alleen nog binnen het rationalistische en materialistische kader bewegen.
Het lot van de faustische geest
De faustische geest gaf geboorte aan de pre-christelijke beschavingen in Europa, en het gaf ook geboorte aan de middeleeuwse beschaving, uitlopend in de moderne westerse beschaving. Het was het lot van Dr Faust om in een christelijke samenleving te leven. Was hij duizend jaar eerder geboren, dan had niemand raar opgekeken van zijn streven naar steeds meer kennis. Niemand had hem beschuldigd van een pact met de duivel. De heidense spiritualiteit zou hier anders mee zijn omgegaan.
De onophoudelijk pionierende, explorerende, doorbrekende, veroverende Europese geest zal altijd tegen grenzen en belemmeringen op blijven lopen. Dat ligt in zijn aard dynamische en vorsende besloten. Maar doorbreking van deze belemmeringen ligt evenzeer in zijn aard besloten. Volgens de meeste modellen van de levenscyclus van een beschaving zit de westerse beschaving in een eindfase. De toekomst moet zich echter nog voltrekken en zekerheid over wat komen gaat is er nooit. Wat zeker lijkt is echter dat de faustische geest zich zal onttrekken aan de gebrekkige duiding die het vaak ten deel valt, omdat doorbreking in zijn aard ligt. Het ligt juist voor de hand dat de faustische geest het centrale element is dat de westerse beschaving zal overleven en geboorte zal geven aan een nieuwe cyclus.